Château Rieussec R de Rieussec 2021

Het landgoed Rieussec was in de 18e eeuw eigendom van de monniken van Carmes de Langon. Na de Franse revolutie werden kerkelijke eigendommen door de staat geconfisqueerd en geveild. Rond 1790 werd Rieussec op deze manier gekocht door een heer Marheilhac. Daarna kende Rieussec een lange opeenvolging van eigenaars: Charles Crepin kocht rond 1870, Paul Defolie in 1892, de heer Edgar Bannel een bekende bankier van Bordeaux in 1907, de familie Gasqueton (tevens eigenaars van Château Calon-Ségur in Saint Estèphe ), de Amerikaan P. F. Berry (zwager van de Vicomte de Bouzet) tijdens de oorlog, de heer Balaresque in 1957 en Albert Vuillier in 1971. In 1984 werd Rieussec gekocht door Domaines Barons de Rothschild, de eigenaren van Château Lafite Rothschild. De Rothschilds investeerden in 1989 in een nieuwe kelder en streefden naar verbetering van de kwaliteit door een betere selectie van de druiven, wat ook leidde tot een verminderde productie in de jaren negentig. In de vintage van 1993, een van de drie moeilijke Bordeaux-vintages op rij, werd uit kwaliteitsoverwegingen helemaal geen Château Rieussec grand vin geproduceerd. Een van de meer recente erkenningen voor kwaliteit was toen Château Rieussec 2001 werd geselecteerd als Wine Spectator's Wine of the Year in 2004.

De wijngaarden van Château Rieussec beslaan 93 hectare (230 acres) en grenzen aan die van Château d'Yquem in het westen. Ze zijn aangeplant met 90% Sémillon, 7% Sauvignon en 3% Muscadelle. Er worden vier wijnen geproduceerd, waarvan drie uit de appellatie Sauternes: de geclassificeerde Cru Château Rieussec, de tweede wijn Carmes de Rieussec en Château de Cosse. Bovendien wordt een droge witte wijn uit de Bordeaux AOC geproduceerd onder de naam R de Rieussec, met een blend van Sémillon en Sauvignon Blanc.