Melange van 40% Sauvignon Blanc en 60% Sémillon, 20% van de wijn rijpt gedurende zes maanden in nieuwe eiken vaten. Mooie lichtgele kleur met een neus van appel, peer en een toets vanille. Daarna mondvullend in de smaak met gekonfijte citrus, rijpe kruisbes en grapefruit tegen een achtergrond van prettig getoast eiken. De wijn heeft een opvallend lange afdronk.
Grand Bourdieu is één van de Chateaus van Dominique Haverlan. Haverlan bezit meer Chateaus in deze regio. De wijnen zijn modern van stijl: de druiven worden rijp geplukt, en modern gevinifieerd. Hierdoor sluiten de wijnen naadloos aan bij de populariteit van goede Bordeaux. Dominique Haverlan behoort tot één van de rijzende sterren van Bordeaux. Dat komt door zijn tomeloze inzet om het beste uit zijn wijngaarden te halen. Het kleine château is gelegen in de stad Portet, een schitterende plek in de noordelijke Graves, vlak onder de stad Bordeaux. Dominique en Hélène Haverlan zijn nu de derde generatie wijnmakers in dit dorp. Tevens is Dominique president van de lokale organisatie van wijnboeren.
Bordeaux is een van de grootste steden van Frankrijk. Deze stad doorbreekt de strook met wijngaarden langs de rivier de Garonne. Ten zuiden van de stad begint het wijngebied Graves. Graves is ongeveer 55 kilometer lang en 10 à 20 kilometer breed. Het ontleent zijn naam aan de bodemgesteldheid – Graves is afgeleid van ‘graveleux’, wat ‘kiezel- en grindhoudend’ betekent. Deze kiezel zit in de bovengrond, met zand en klei. De ondergrond bestaat uit ijzerhoudende leem en kalk. Direct ten zuiden van Bordeaux zijn de gronden met de meeste kiezel. Daar liggen de grootste en bekendste domeinen, waaronder chateaus als Haut-Brion en Pape Clément. Ze liggen in de gemeente Pessac, een voorstad van Bordeaux. Door verstedelijking zijn hier veel wijngaarden verloren gegaan, alleen de beste zijn bewaard gebleven. Sommige wijngaarden liggen nu midden in de woonwijken. Verder naar het zuidoosten bevat de bodem meer zand en klei. Langs de Garonne liggen de districts-appellations Cérons, Barsac en Sauternes. Deze appellations zijn bekend om hun edelzoete witte wijnen, gemaakt van druiven met ‘edele rotting’. In Graves is ook een behoorlijke productie van droge witte wijnen van hoog niveau. De witte Graves wijnen hebben lang een dubieus imago gehad. Dit imago is ontstaan door de Graves Supérieures: een goedkope, halfzoete witte wijn die in de jaren zeventig populair was. Daarna zijn de wijnboeren zich gaan concentreren op betere wijnen, zowel wit als rood. Het aandeel Graves Supérieures is inmiddels geslonken. In de Graves zijn dezelfde blauwe druivenrassen als in de Médoc toegestaan. De wijnboeren van Graves gebruiken echter iets minder Cabernet Sauvignon en meer Cabernet Franc dan in Médoc. Een tweede belangrijk verschil is dat in deze appellation witte wijnen mogen worden gemaakt en in Médoc niet. De droge witte wijnen van Graves worden veelal op dezelfde manier gemaakt als in Bourgogne, gisting en rijping vinden plaats in kleine eikenhouten vaten. Deze witte wijnen van Graves zijn dan ook kwalitatief vergelijkbaar met de bijzonder gewaardeerde witte wijnen van Bourgogne. Wel verschillen de druivenrassen. Bourgognewijnen bestaan over het algemeen uit Chardonnay, witte Graves zijn meestal een assemblage van Sémillon en Sauvignon.
Deze wijn past onder andere bij gevogelte, kip, pasta met roomsaus, pasta met vis, stevige visgerechten, varkensvlees en wit vlees.
